Energiemarkt 14 juli 2022 • 1 Reactie • 5 minuten
Aardgasverbruikers, u weze gewaarschuwd: tussen nu en 2030 stapt u over op rijk gas. Klinkt dat aanlokkelijk? Dat is het in de praktijk jammer genoeg net niet.
Het is groot nieuws in de energiesector: binnenkort moeten we niet langer rekenen op aardgas uit Nederland. Is dat goed nieuws voor België? Eigenlijk niet. Vandaag zijn in ons land nog 1,6 miljoen gezinnen afhankelijk van deze energiebron om zich te verwarmen en/of te koken. Misschien is dat ook voor u het geval. Ook al heeft de overheid een plan bedacht om het probleem op te lossen, dit betekent nog niet dat er geen kosten aan verbonden zijn … namelijk voor de gebruikers.
Een van Nederlands rijkdommen is al sinds lange tijd het aardgasveld van Slochteren, in de provincie Groningen. Zo kan het Koninkrijk sinds 1966 meerdere landen, waaronder het onze, van gas voorzien. Omdat wij over geen enkele aardgasbron beschikken, moeten we het immers invoeren.
De zakelijke deal met Nederland komt ons dan ook goed uit. Daarnaast laten we deze grondstof ook overkomen uit Noorwegen, het Verenigd Koninkrijk en Qatar. Deze verschillende samenwerkingen laten ons niet alleen toe om aan de vraag naar gas te voldoen, maar ook om onze bronnen van gasvoorziening te diversifiëren. Dit is een belangrijke voorzorgsmaatregel om op energievlak zo onafhankelijk mogelijk te zijn, maar eentje die ons vandaag in een lastig parket brengt: ons netwerk wordt gevoed door twee soorten aardgas.
Aan de ene kant is er L-gas uit Nederland dat een derde van het Belgisch verbruik vertegenwoordigt. Aan de andere kant is er H-gas uit de andere landen. Het verschil tussen beide types? Hun calorische waarde. H-gas bevat meer stikstof dan L-gas en wordt dus rijk genoemd. En L staat dan natuurlijk voor arm gas. De twee types kunnen niet in eenzelfde leiding worden aangevoerd en dus horen ze elk, zoals op de kaart hieronder te zien is, bij bepaalde gebieden.
De leidingen voor L-gas zijn blauw, die voor H-gas rood. Bron: CWaPE
Het probleem? Nederland heeft aangekondigd dat haar reserves bijna zijn uitgeput, met als gevolg dat de uitvoer tussen nu en 2030 wordt beëindigd. Aangezien het volume al vanaf 2024 wordt verminderd, dreigt er bij ons een reëel gebrek aan brandstof. Om dit te vermijden heeft België dus een plan opgesteld om, op termijn, op het hele grondgebied H-gas te kunnen gebruiken.
De oplossing? De honderdduizenden aansluitingen voor L-gas aanpassen aan H-gas. In de praktijk vertaalt dit zich in werkzaamheden op drie niveaus:
In België wordt één verbruiker op twee al bevoorraad met rijk gas. Klanten voor wie dit nog niet het geval is, bevinden zich voornamelijk in het noorden van het land (1 miljoen aansluitingen in Vlaanderen, een half miljoen in Brussel en 122 000 in Wallonië). Om preciezer te zijn gaat het over de hele provincie Antwerpen, de provincie Vlaams-Brabant, Waals-Brabant en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Hierbij komen nog een deel van Limburg en een aantal gemeentes in de provincies Luik, Henegouwen en Namen.
Wilt u graag weten waar u staat? Het goede nieuws is dat dit kan, door uw postcode in te geven op de website Gas verandert. Deze werd opgezet door de FOD Economie en Synergrid en bevat niet alleen heel wat nuttige informatie, zowel voor particulieren als voor bedrijven, maar ook de stappen die u eventueel moet ondernemen.
Wat de technische kosten van de omschakeling van L-gas naar H-gas betreft, moeten de verbruikers, in theorie, geen enkele meerkost dragen. Fluxys en de netbeheerders hebben in hun respectieve investeringsplannen de uit te voeren werkzaamheden al opgenomen. Als de DNB die in uw gemeente actief is, bij u thuis een bijsturing komt doen, dan hoeft u niet ongerust te zijn: u moet niets betalen. Om de aanpassingskosten te financieren zou een nationaal fonds moeten worden opgericht, maar tot op heden blijft de status hiervan vrij onduidelijk.
Anderzijds stopt de kosteloosheid voor de klanten op dit punt. Het is immers aan de verbruikers om er een technicus bij te halen die hun gasinstallatie zal controleren en deze persoon dus te betalen. Als een van de toestellen moet worden aangepast, is het eveneens de klant zelf die voor de kosten opdraait. Volgens de DNB‘s zal deze operatie in totaal tussen 0 en 150 euro kosten voor één tot drie toestellen. Wanneer een installatie niet compatibel blijkt, moet de verbruiker een nieuwe kopen. In dat geval zit er niets anders op dan de regionale steunmaatregelen en energiepremies na te kijken, om het budget niet al te erg te schaden.
Pim 0/5 • 4 mei 2018 • 14:52